8 februari 2022
Geplaatst door Maartje

Het cellulair regiem was streng: per gevangene slechts een half uur luchten per dag, de rest van de tijd zat je solitair op cel. Onderlinge contacten waren ten strengste verboden. Met zwarte kappen over het hoofd gingen gevangenen naar 'buiten'.

Oorspronkelijk bevond zich aan elk van de drie uiteinden van de vleugels een waaiervorm met daarin de luchtplaatsen of wandelkooien. Niet dat er veel te wandelen viel. De kooi liep taps toe en had twee gemetselde zijmuren, de rest was voorzien van tralies met slechts zicht op de buitenlucht. Drie van de oorspronkelijke zeven, aan vleugel A, zijn als enige bewaard gebleven en monumentaal. De andere vier maakten in 1969 plaats voor een reeks van drie proefcellen met de namen ‘cel Gouda’, ‘cel Arnhem’ en ‘cel Maastricht’. Deze zijn afgebroken en in 2000 vervangen door vier isoleercellen. De luchtkooien van de B-vleugel zijn in 1913 verbouwd tot magazijn. En de luchtkooien aan het einde van vleugel C verdwenen in 1974 ten behoeve van nieuwe magazijnen bij de werkruimten en een badinrichting met sporthal.

In eerste instantie luchtten gevangenen dus alleen in een wandelkooi. Er waren nog geen grote luchtplaatsen zoals die er nu zijn. De noordwestelijke binnenplaats is in gebruik geweest als moestuin. De noodoostelijke had lange tijd de functie van parkeerterrein voor het personeel. Pas in de Tweede Wereldoorlog zijn deze binnenplaatsen omgebouwd tot grote, gemeenschappelijke luchtplaatsen.

Bij de renovatie en restauratie in 2000 van het gevangeniscomplex werd de noordwestelijke luchtplaats heringericht met mogelijkheden om sport te beoefenen en voorzien van een telefooncel en een rokersplek. Ook de noordoostelijke luchtplaats werd ingericht als sportveld.

 

De boeiende vraag van volgende week:

#6 Bijna was de gevangenis gesloopt. Hoe zit dat?